Arabisch
Arabisch
- ’ali: hoog
- bab: poort
- badiyat: woestijn
- bahr: zee, rivier
- beka: vlakte
- dar: huis
- djebel: berg
- erg: zandwoestijn
- hamada: rotswoestijn
- jabal: berg
- jazirat: eiland
- khalij: golf
- madinat: stad
- madiq: zeestraat
- munkhafad: depressie
- mutawassit: centraal
- nijad: hoogvlakte
- qanat: kanaal
- ras: kaap
- sahra’: woestijn
- sharqi: oostelijk
- wadi: (periodiek watervoerende) rivier