Chinees
Chinees
- ao: golf
- bei: noord
- da: groot
- dao: eiland, schiereiland
- dong: oostelijk
- hai: zee
- he: rivier
- huang: geel
- jiang: rivier
- jing: hoofdstad
- kou: monding, haven
- ling: bergland
- men: poort
- nan: zuidelijk
- pendi: bekken
- shan: bergland
- wan: baai
- zhou: district